Waarom testen?

U kent ze wel, de mooie gele strepen bij de buurman in het veld. Ondanks dat er bij u geen strepen voorkomen, kan het zijn dat het strooien schade heeft veroorzaakt. De verdeling heeft dan toch wat te wensen overgelaten.

		De verdeling wordt weergegeven in een VC (Variatie Coëfficiënt).Hoe lager de coëfficiënt, hoe beter de verdeling is. Een coëfficiënt rond 8 is goed. Vanaf VC 15 treedt er al onzichtbare schade op. U ziet dan geen strepen, maar de homogeniteit van het gewas neemt af, wat leidt tot legeren van bijvoorbeeld tarwe.
Foto: AKC Noord-Holland

Vanaf een VC 25 komen strepen in granen en grassen voor. In aardappelgewassen leidt doorgaans een VC vanaf 35 pas tot strepen. Hierdoor zullen tal en maat per plek anders uitvallen.

Ook andere kwaliteitsgebreken kunnen de kop opsteken; waar bijvoorbeeld te veel N door het gewas wordt opgenomen, zullen schimmel- en bacterie infecties de kop opsteken. Waar te weinig kali in het gewas wordt opgenomen komen kwaliteitsgebreken voor. Immers: waar te weinig ligt, ligt op een andere plek teveel.

Ook voor sommige teeltcontracten is de ondernemer verplicht zijn strooier te laten testen. Kortom: genoeg redenen om te laten testen!